Home » Over ons » Reglement

Reglement

Water-link ov is een intergemeentelijk samenwerkingsverband.

De statutaire personeelsleden van water-link (hierna “de Personeelsleden”) genieten van een wettelijk pensioen op basis van de wetgeving voor lokale besturen (hierna “het wettelijk pensioen”).

water-link heeft de wettelijke pensioenen echter reglementair op een aantal punten verbeterd. De bijkomende regels die specifiek zijn voor de statutaire personeelsleden van water-link worden beschreven in dit pensioenreglement.

Het Reglement zal op geen enkel ogenblik afbreuk kunnen doen aan de wettelijke regels. In geval van tegenstrijdigheid zal steeds de hiërarchisch hoogste rechtsbron primeren.

Eventueel presentatiemateriaal of andere documenten die ter informatie worden overgemaakt aan of ter beschikking zijn van de Personeelsleden hebben geen bindende kracht.

Bij zitting van de raad van bestuur van 19 december 2018 heeft water-link beslist zich voor de wettelijke pensioenen van haar Personeelsleden met ingang van 1 januari 2019 aan te sluiten bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, zoals georganiseerd bij wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones (“het Gesolidariseerd Pensioenfonds”).

  • Personeelsleden op pensioen gegaan voor 1 januari 2020 die ten laste blijven van de IBP water-link OFP (hierna Groep 1);1
  • Personeelsleden op pensioen gegaan voor 1 januari 2020 die ten laste komen van het Gesolidariseerd Pensioenfonds (hierna Groep 2);
  • Personeelsleden op pensioen gegaan vanaf 1 januari 2020 die ten laste zijn van het Gesolidariseerd Pensioenfonds (hierna Groep 3).

In het kader van de aansluiting bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds besliste water-link de toekenning, het beheer en de betaling van de rust- en overlevingspensioenen die ten laste zijn van het Gesolidariseerd Pensioenfonds toe te vertrouwen aan de Federale Pensioendienst.

Dit houdt in dat vanaf de aansluiting van water-link bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds de IBP water-link OFP enkel nog dient in te staan voor het beheer van:

  • de wettelijke pensioenen voor Groep 1; en,
  • de pensioensupplementen waarop de personeelsleden van Groep 3 bovenop het pensioen ten laste van het Gesolidariseerd Pensioenfonds recht hebben volgens dit Pensioenreglement.

1 Dit zijn de oudste gepensioneerden

Hoofdstuk I : definities

Artikel 1 

Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder :

1.1 Diensttijd : de periode die meegeteld wordt voor de berekening van het wettelijk pensioen.

1.2 Inrichter : Intergemeentelijk samenwerkingsverband water-link ov.

1.3 Jaarwedde : de jaarwedde gebruikt voor de berekening van het wettelijk pensioen uitgedrukt aan 100 %, zonder inachtname van de loonindex.

1.4 Loonindex : de index van de wedden en lonen van het openbaar ambt.

1.5 Pensioeninstellingen : de IBP water-link OFP en het Gesolidariseerd Pensioenfonds

1.6 Pensionering : de effectieve ingang van het wettelijk statutair pensioen van het Personeelslid

1.7 Personeelslid : persoon die in statutair verband werkzaam is of was voor de Inrichter.

1.8 Reglement : dit document alsmede elke bijlage of elke wijziging ervan.

Hoofdstuk II: doelstelling en toepassingsgebied van het pensioenreglement

Artikel 2 

Het Pensioenreglement herneemt niet de toepasselijke wetgeving voor lokale besturen op basis waarvan het wettelijke pensioen waar de Personeelsleden recht op hebben, wordt bepaald. Hiervoor wordt verwezen naar de wettelijke regels ter zake.

Het Pensioenreglement vermeldt enkel die bepalingen die gunstiger zijn dan de toepasselijke wetgeving en waarop de desbetreffende Personeelsleden aanspraak kunnen maken louter op basis van dit Reglement.

Waar het Pensioenreglement niets vermeldt, blijven m.a.w. de wettelijke regels onverkort van toepassing.

Artikel 3 

Het Pensioenreglement geldt voor alle Personeelsleden onafhankelijk of zij nu tot Groep 1, Groep 2 of Groep 3 behoren.

Hoofdstuk III: personeelsleden in dienst getreden voor 1 januari 2004

Artikel 4 

Bij de berekening van de wettelijke pensioenen voor de Personeelsleden die voor 1 januari 2004 in dienst zijn getreden, moet met een aantal voordelige berekeningselementen rekening gehouden worden. Deze worden hierna toegelicht.

Deze elementen worden in aanmerking genomen voor de berekening van het rustpensioen en hebben eveneens een invloed op de berekening van een eventueel overlevingspensioen.

Afdeling 1 : De jaarwedde 

Onderafdeling 1 : In aanmerking te nemen vergoedingen 

Artikel 5 

Bij het bepalen van de Jaarwedde wordt voor de Personeelsleden in dienst getreden voor 1 januari 2004 rekening gehouden met de volgende vergoedingen (in de mate dat het desbetreffende Personeelslid er recht op had):

  • Uniformvergoeding (280,12 EUR op jaarbasis aan 100%)
  • Wachtvergoeding voor Personeelsleden die reeds voor 1 januari 2004 in wacht stonden (4.547,16 EUR op jaarbasis aan 100%)
  • Toeslag op maandsalaris voor Personeelsleden die reeds voor 1 januari 2004 in wacht stonden

Onderafdeling 2 : Referentieperiode 

Artikel 6

Bij het bepalen van de Jaarwedde wordt voor de Personeelsleden in dienst getreden voor 1 januari 2004 rekening gehouden met de volgende referentieperiode:

  • Voor Personeelsleden in dienst voor 1 januari 2004 en ouder dan 50 op 1 januari 2012: de laatste 3 jaar voorafgaand aan de Pensionering,
  • Voor Personeelsleden in dienst voor 1 januari 2004 en jonger dan 50 op 1 januari 2012: de laatste 4 jaar voorafgaand aan de Pensionering.

Afdeling 2 : De Diensttijd 

Artikel 7 

Voor Personeelsleden die voor 1 januari 2004 in dienst zijn getreden, wordt het totaal aantal jaren en maanden dat als Diensttijd in aanmerking wordt genomen, naar boven afgerond naar een totaal aantal volledige jaren.

Afdeling 3 : De tantième voor de berekening van het theoretisch wettelijk pensioen 

Artikel 8 
Voor Personeelsleden die voor 1 januari 2004 in dienst zijn getreden, wordt voor de berekening van het theoretisch wettelijk pensioen op jaarbasis de volgende formule toegepast:

a) Voor Personeelsleden met een Diensttijd lager dan 35 jaren:
Diensttijd x 1/50 x Jaarwedde voor pensioenberekening

b) Voor Personeelsleden met een Diensttijd van minstens 35 jaren:
[Diensttijd gepresteerd voor 1 januari 20122 x 1/46 x Jaarwedde voor pensioenberekening]

+

[Diensttijd gepresteerd vanaf 1 januari 20123 x 1/48 x Jaarwedde voor pensioenberekening]

De volgende eventueel in aanmerking te nemen perioden worden in tegenstelling tot voorgaande voordeligere tantièmes sowieso slechts à rato van 1/60ste per jaar dienst meegeteld:

  • Voorgaande tewerkstelling van het Personeelslid bij een andere werkgever in de openbare sector (voor beroepsmilitairen wordt wel 1/50 aangenomen).
  • Geregulariseerde studieperioden en/of gratis diplomabonificatie.

Afdeling 4: Het reëel wettelijk pensioen 

Artikel 9 

Het theoretische wettelijk pensioen van de Personeelsleden die voor 1 januari 2004 in dienst zijn getreden en berekend volgens de voorgaande afdelingen van dit hoofdstuk worden beperkt tot de wettelijke maxima en verminderd met de begrafeniskosten om zo tot het reëel wettelijk pensioen te komen.

2 Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de effectieve Diensttijd dus zonder toepassing van enige afronding.

3 Indien de totale Diensttijd in overeenstemming met artikel 7 van het Reglement naar boven moet worden afgerond, zal het positieve verschil dat door de afronding gerealiseerd worden, bijgeteld worden bij de Diensttijd gepresteerd vanaf 1 januari 2012.

Afdeling 5 : De perequatie 

Artikel 10 

In de mate dat op de wettelijke pensioenen van Personeelsleden in dienst getreden voor 1 januari 2004 een perequatie moet worden toegepast (bv. door toetreding bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds), zal de berekening van het wettelijk pensioen overeenkomstig dit Reglement zo worden aangepast dat de toe te passen perequatie wordt geacht deel uit te maken van de berekening. Dit houdt in dat het resultaat hetzelfde blijft als de berekening van het wettelijk pensioen volgens voormelde gunstige bepaling maar zonder toepassing van de perequatie.

Dit op voorwaarde dat de berekening volgens het Reglement (dus met de voordelige bepalingen, maar zonder perequatie) gunstiger blijft dan een berekening van het wettelijk pensioen zonder de voordelige bepalingen van dit Reglement maar met perequatie. Zoniet, zal het wettelijk pensioen zonder de voordelige bepalingen van dit Reglement maar met perequatie toegekend worden.

Hoofdstuk IV : jaartoelage

Artikel 11 

11.1 Rechthebbenden

Alle Personeelsleden die recht hebben op een rustpensioen, hebben naast dat rustpensioen ook recht op een jaartoelage.

De volgende Personeelsleden hebben echter geen recht op een jaartoelage:

  • Personeelsleden die op pensioen zijn gesteld na 22 juni 2010 en die in dienst zijn getreden van de Inrichter vanaf 1 januari 1990;
  • Personeelsleden die op pensioen zijn gesteld na 22 juni 2010 en die in dienst zijn getreden van de Inrichter voor 1 januari 1990, maar voor de Pensionering de Inrichter hebben verlaten;
  • Personeelsleden die op pensioen zijn gesteld na 22 juni 2010 en die in dienst zijn getreden van de Inrichter voor 1 januari 1990, maar waarvan het rustpensioen waarop zij overeenkomstig het Reglement recht hebben, reeds de maxima zoals vermeld in artikel 8 van het Reglement heeft bereikt;4

De langstlevende huwelijkspartner, de uit de echt gescheiden huwelijkspartner en de wezen die recht hebben op een overlevingspensioen t.t.v. een Personeelslid dat recht had op een jaartoelage, hebben naast het overlevingspensioen ook recht op een jaartoelage in de mate dat daardoor de bij wet vastgelegde maxima inzake overlevingspensioenen niet overschreden worden.

11.2 Bedrag van de jaartoelage

Het bedrag van de jaartoelage wordt volgens de volgende formule berekend:

880,84 EUR x (100-toegekend percentage voor pensioen)/100 x 1,1262

Het toegekend percentage voor pensioen is de Diensttijd vermenigvuldigd met de toepasselijke tantièmes.

4 Indien het rustpensioen het wettelijk voorziene maximumbedrag nog niet bereikt, maar wel zou bereiken indien de volledige jaartoelage wordt toegekend, zal de jaartoelage verminderd worden totdat het wettelijke voorziene maximumbedrag is bereikt.

11.3 Formaliteiten en betalingsmodaliteiten

De jaartoelage wordt aangepast overeenkomstig de loonindex.

Maandelijks wordt 1/12de van de jaartoelage berekend overeenkomstig artikel 11.2 uitbetaald samen met het maandelijks betaald rustpensioen.

Goedgekeurd door Raad van Bestuur dd. 27 november 2019

Federale pensioendienst

Stel uw vraag online

Vul het contactformulier in op de website van de federale pensioendienst.

Kom langs

U kunt een pensioenexpert spreken in 1 van de 200 Pensioenpunten in uw buurt.

Vind een Pensioenpunt in uw buurt.

Bel de pensioenlijn

Bel gratis 1765 in België (betalend vanuit het buitenland, bel +32 78 15 1765).

Houd uw rijksregisternummer bij de hand!